Lekker weg in andermans land <$BlogRSDUrl$>
Click for Rotterdam, Netherlands Forecast
create your own visited country map

zondag, september 12, 2004

ONZE NIEUWE BUURMAN
Maandag 6 september stonden we laat en mismoedig op. We ontbeten en biljartten om de tijd te doden tot de taxi naar het vliegveld zou komen voorrijden. Rond drieen kwamen we aldaar aan. We kwamen verrassend genoeg nog Nick tegen, de Australier die in hetzelfde hostal had gezeten. Zijn vlucht naar Iquique in Chili had acht uur vertraging.
Wij hadden beduidend meer mazzel dan hij.
Het instappen van het vliegtuig duurde nogal lang omdat Iberia een foutje had gemaakt in de passagierslijst. Dit zal dan ook wel de reden zijn geweest dat een stewardess ons ineens nijdig toebeet dat we business class zouden vliegen. Geweldig! Twee meter beenruimte, een vijfgangendiner op gedekte tafel met onder andere zalmfilet en eendenborst, en een blonde mevrouw die om een bepaalde reden dacht dat zij en niet wij recht had op deze behandeling. We waren eigenlijk wel de hele avond bezig met het feestmaal en konden daarna dan ook niet slapen. De spanning over de thuiskomst? Het tijdsverschil van zeven uur? Opstandige eendenborst? Het wilde niet lukken. Bij aankomst op het vliegveld van Madrid herkende Erika dan ook de gepinde euro's niet meer. We kwamen nog twee Nederlanders tegen en een Spaans stel dat op huwelijksreis ging naar Mexico. Hierna was het tijd om het laatste vliegtuig in te stappen, naar Schiphol. Om zeven uur kwamen we daar aan, pakten de rugzakken van de bagageband en hadden een heel erg mooi weerzien met niet alleen ouders maar ook nog drie vrienden die zich op deze doordeweekse dinsdag helemaal de moeite hadden getroost vanuit het noorden naar Schiphol te komen. De zon ging net onder boven Nederland en wat vooral opviel was het groen. Het is hier in- en ingroen. Waar maakt GroenLinks zich druk om.
Na een gezellige maaltijd in een restaurant halverwege Drachten respectievelijk Appelscha (wat een schrik om de ober in het Nederlands te horen vragen of je friet of aardappelen bij je stuk vlees wilde!) kwam voor ons het voorlopige afscheid. Een raar moment na een heel jaar samen reizen - ook als dat twee weken gescheiden heeft moeten zijn! Na 74 verschillende hotelkamers voor Erika en 79 voor Wouter, 32.000 vliegmijlen, 82 bustickets, 5000 treinkilometers, een honderdtal toegangskaartjes, 2200 foto's, miljoenen zweetdruppels, elk drie verkoudheden en twee knipbeurten, drie zakmessen, 38 batterijen voor de discman, 115 berichten op de website van in totaal rond de 75.000 woorden, 60 Argentijnse biefstukken en naar schatting 500 liter bier en 200 liter wijn was het nu echt voorbij. Gescheiden maakten we nu onze ouders slachtoffers van onze verteldrift in de auto naar huis.
De dagen erna gingen snel en met weinig slaap. De jetlag deelde flinke tikken uit en er moest best veel worden gedaan. Zo huren we per 1 september een woning in Rotterdam en gaat Erika volgende week solliciteren. Het is allemaal hectisch en het contact opnemen met u lezers is er dan ook nog niet erg van gekomen. Sorry daarvoor!
Het was of we niet weg waren geweest. De foto's zijn het tastbare bewijs maar de dagelijkse drukte slokt alle aandacht op en doet een mens al snel weer verlangen aan reizen. Een verslavende bezigheid. Wij gaan dus vroeg of later voor kort of langer weer lekker weg in andermans land.

maandag, september 06, 2004

PHILEAS FOG
De laatste week week van dit excentrieke jaar zouden we doorbrengen in Lima. Een zompig vooruitzicht: Lima zit van april tot december overwegend in de garua, een mistige mix van smog en wolken, en is het hele jaar door vol met zakkenrollers en halve garen. Briljante bezienswaardigheden zijn niet het meest genoemde kenmerk van de stad. Maar onze aankomst, maandag 30 augustus, viel reuze mee. Er scheen een melkzonnetje en The Point, in de wijk Barranco, bleek een gezellig hostal met ruim aanwezige rugzakkersstemming. Precies wat wij wilden. We leerden ´s avonds Matthew uit Australie kennen, die een Peruaanse vriendin genaamd Lourdes had. Lourdes had drie vrienden meegenomen naar het hostal. Hiervan was er een, Jorge, zelfs naar Peruaanse standaarden wanhopig op zoek - naar Een Westerse Vrouw. Met een gejetlagde Australische die kwam binnenwandelen in de bar moest hij tienmaal op de foto. Het meisje keek héél verbaasd maar deed wat haar gevraagd werd. Jetlags maken naief en dat is ook voor ons goed om te weten. Ook troffen we ene Nicholas uit Berlijn die plantkundig consultant was en gewaskeurend door Peru trok.
Dinsdag, woensdag en donderdag deden we behalve wat rondlopen langs de grijzige kust en het eten van ijsjes en drinken van pils aan de bar in het hostal weinig. Je denkt: wat een sloebers. Maar dat is niet zo. Aan de bar vertelde een Australische Nick dat je makkelijk kaartjes kon krijgen voor de voetbalwedstrijd (kwalificatie WK 2006) tussen Peru en Argentinië, zaterdagavond in het Estadio Monumental. Nou is Peru een nogal medioker voetballand (al kwamen ze in de Copa America deze zomer tot de halve finales), maar Argentinië mag je als voetballiefhebber niet missen. We kochten vrijdag dus kaartjes en bleken niet de enigen - twintig man uit het hostal zouden de wedstrijd zien. Onder hen ook Jordan en Tracy uit Vancouver, Canada. Deze pasgetrouwden hadden ervoor gekozen bij wijze van huwelijksreis niet een week op een duur strand in een glazen kooi te gaan liggen verbranden (overigens geen disrespect aan wie dat wel doet) maar drie maanden door Zuid-Amerika te gaan trekken. Daar hoorde voetbal bij, ze hadden nog nooit een voetbalwedstrijd live gezien.
Zaterdag gingen we al om een uur of vijf op weg naar het stadion. Opgevouwen met zijn zessen werd het een dolle rit, met veel te zien voor de autoliefhebber. Knallende Kevers, reutelende Renaults en lekkende Lada's. Een hiervan leek zowaar koelwater te lekken, maar toen onze taxichauffeur dit naar de bestuurder probeerde te gebaren kreeg hij alleen maar een blik van nou-en-ik-mot-naar-voetbal.
Voetbal voetbal voetbal.
Het was allemaal veel beter geregeld dan verwacht. Snel stadion binnen, dichtbij het veld zitplek gevonden en wedstrijd begonnen. Nadat het volkslied door een orkestje en 80.000 kelen hard en verwarrend om onze kop heen geslingerd was, begon Peru fel maar zonder overleg aan de wedstrijd. Niet vreemd dan ook dat Argentinië al na een kwartier scoorde. De eerste helft was verder nogal kleurloos, al regende het gele kaarten en ook twee rode. Het publiek kolkte, al stond de garde achter. Het deed het team goed want in de tweede helft scoorden ze na een afgekeurde buitenspelgoal uit de kluts de gelijkmaker. Argentinië leek het nu moeilijk te krijgen - maar niets was minder waar. Zonder problemen drukten ze door en maakten er uiteindelijk 1-3 van. De Peruanen hadden er al lang voor het eind geen vertrouwen meer in. Tien minuten voor tijd (de stand was 1-2) begon een flinke stroom huiswaarts uit het stadion te lopen. Vreemd. De tocht naar huis duurde uiteindelijk anderhalf uur. Eerst een avondvierdaagse langs een snelweg gelopen, daarna taxi gepakt en om half elf weer aangekomen in Barranco. He-le-maal in wedstrijdstemming speelden we met Jordan nog Monopolie, dat een verspaanste vorm van de VS-versie bleek, en Erika won dit. Vier op een rij wordt hier trouwens ook driftig gespeeld, een beetje als dammen in Friesland.
Zondag 5 september. De laatste volledige dag. We bekeken de (aardige) Plaza de Armas en kochten nog een reisnostalgisch plaatje, van de Mexicaanse band Maná. Met dit plaatje op de achtergrond zagen we ons alweer thuis zitten, kijkend uit het raam naar de drensregen. Maar gelukkig zal het bij aankomst mooi weer zijn.
Overmorgen zijn we dan, na deze reis om de wereld in 366 dagen ('t was een schrikkeljaar), terug in de echte wereld. Is deze site daarmee uit de Favorieten te schrappen? Nee - thuiskomst is voor de meeste reizigers zo'n beladen onderwerp dat Lekker weg in andermans land er niet zonder kan. Wel willen we nu alle lezers bedanken. Voor het lezen (en het uithoudingsvermogen hierbij), alle goeie tips en de commentaren die wij te gek vonden om te ontvangen. Veel dank hiervoor - en tot snel!

maandag, augustus 30, 2004

WAX ON...WAX OFF
Lui moest het zijn, deze laatste dagen, en verder niks. Dinsdag 24 augustus hield de redactie van deze site zich alleen bezig met sandboarden. Het ging wel aardig maar sturen zat er nog niet in. Na druk waxen had je een glad bord (en vette klauwen) en hoopte dan niet achterover te vallen. We voelden ons wel erg gezond bezig door het herhaaldelijk klimmen naar de top van de zandduinen.
Woensdag belde Wouter zijn jarige moeder en had met haar een enthousiast gesprek over onze naderende thuiskomst. 's Avonds konden we niet slapen maar dat is eigenlijk helemaal niet erg als er de volgende dag geen drukke baan wacht. Zo was er nu tijd om te luisteren naar de salsahoempa van buiten bij het kampvuur. Steeds een Spaanse vorm van osaberiosia, daarna een trompetje. Snaarinstrumenten altijd strakker maar voor de leut zijn blazers toch mieters. Je waande je op het Oktoberfest. Tot Wouter even buiten ging kijken en alle feestpret uit een radiootje bleek te komen dat in de lege keuken achter onze slaapkamer stond. Buiten waren alleen wat bezopen Denen aan het Deens brullen met een akoestische gitaar.
Donderdag waren we nogal duf en namen mat kennis van de fraaie oudste kerk van Ica alsmede van het Museo Regional. Met name dat laatste bleek toch weer een hypeje van de reisgids, die na het live zien van Inca-parafernalia zoals mummies, botten, potten, kleden, haren en ruïnes niet zoveel toevoegde. Binnen een kwartier stonden we weer buiten. We aten in Ica een pizza en dat was een hele verstoring van de regelmaat waarmee steeds in Huacachina werd gegeten.
Vrijdag zou de laatste oasedag worden. Tijdens het ontbijt bleek weer eens hoezeer het mein en dein (vooral dat eerste) de Peruaan bezighoudt. Op de radio was onvermoeibaar een man zich vreselijk aan het opwinden over de ongelijke inkomensverdeling in het land. De ober bood ons tours aan en toen dit niet lukte ook nog wiet. Toen we alle aangeboden goederen weigerden werd hij wat bozig en, omdat we niet wilden achterblijven, wij ook. We gingen voor het laatst sandboarden. Na drie geslaagde küren elk hingen we nog wat in de hangmatten bij het hostal.
Zaterdag 28 augustus reden we per bus naar Pisco, de oorsprong en naamgever van het gelijknamige alcoholsapje dat in Peru en Chili erg populair is, vooral met wat eiwit en zure rommel gemengd en vervolgens in de huishoudelijke allespletter gestopt. Maar daarvoor kwamen we niet, net zoals de meeste toeristen wilden we de Islas Ballestas zien. We checkten in bij hostal San Isidro en boekten (dom genoeg te duur) een tour en vermaakten ons verder in het restaurant. Het was duidelijk dat we aan de kust waren: veel vis.
Zondagmorgen bleken we middenin in een hanentuin te zijn beland. Rond vijven waren we dan ook al wakker. Wouter bleek verkouden en de vaart naar de eilanden was nogal kil. Er werd met een heel mannelijke snelheid gevaren. Erika was dan ook blij dat ze geen wit zomerjurkje had aangetrokken (heeft ze trouwens ook niet mee). We zagen eerst een geoglief. Onduidelijk was, aldus de uitstekende gids Dennis, wie deze had gemaakt. Mogelijk de Inca's, mogelijk een beschaving daarvoor, en mogelijk Jose de San Martin toen hij bezig was Peru aan de Spanjaarden te ontfutselen.
Of misschien de Piscaanse toeristische sector. Het was in ieder geval fraai en dat vooral doordat het zo groot was. Al snel hierna kwamen de vulkanische eilanden in zicht. Ze zagen er zo mooi uit dat Wouter voorstelde Peru aan te vallen, de eilanden af te pikken en Lenie 't Hart hierheen te sturen zodat de Waddenzee kan worden ingepolderd. Erika vroeg wie Lenie zou bellen. Al snel zagen we de enorme hopen vogelstront die de Islas Ballestas beroemd maken (want verband houdend met vele zeldzame vogelsoorten die hier permament of tijdelijk vertoeven). We vergaapten ons aan de enorme hoeveelheid vreemd uitziende vogels. Een Japanner voegde aan de vogelstront wat menselijke variant hiervan toe door over de reling van de boot te gaan kakken. (Ja 't is allemaal nogal piesprutkeutel maar eerlijke en onpartijdige berichtgeving vereist ten eerste 100% informatieverschaffing! We moeten dus maar even door de zure stront heen.) Verder gezien: zeeleeuwen, een zeespin, rotsformaties, alles in grote hoeveelheid en omvang. Schitterend. Hierna teruggevaren en veel koffie naar binnen gegoten. Gids Dennis nam ons nu mee naar een busje. Gezeten naast een vriendelijke Vlaamse reden we het Reserva Nacional de Paracas binnen. We zagen een fraaie kustlijn, rode rotsen en een rotsformatie in het water met de naam La Catedral. Hier vlooeg een fenomenale vogel, die we eerst voor een kondor hielden maar die volgens Dennis in het Engels de roodhoofdige vliegende kalkoen heette (bestáát dit?). Hierna volgde een lunch (weer vis) met Dennis en de Vlaamse Liesbeth. Rond vieren waren we terug in mooi Pisco.
Morgen gaan we naar Lima en kan het uren aftellen beginnen.

dinsdag, augustus 24, 2004

OVER THE LINES!
Maandagavond 16 augustus na aardbeving op de weg van Arequipa naar Nazca onverrichterzake en met hangende pootjes aangekomen bij hostal Katty, dat nu alleen nog prutkamertje in de aanbieding had. Dinsdag toch goed geslapen. 's Avonds bleek de bus te gaan. Maximale beenruimte, we hadden ons in een Opel Omega bouwjaar 1987 met nummerplaat RY-04-ND kunnen bevinden waarin ooit door Wouter prachtvakantie naar Italie en Oostblok gemaakt. Waar is die tijd...
Eenmaal in Nazca gingen we slapen. Rond tweeen besloten we de lunch te gebruiken in restaurant El Porton. Een pasta die zonder enige moeite de titel beste spaghetti al pesto in een jaar verdiende ging er goed in. Hierna gingen we prijs- en kwaliteitspeilend de vele reisbureautjes die Nazca rijk is langs. Hier immers zijn de Nazca-lijnen te zien, enorme afbeeldingen van condors, slangen, handen, apen, walvissen, honden, katten, muizen, kolibri's, parallellogrammen, driehoeken, pentagrammen, zeshoeken, trapezia, kubussen en ook gewoon stromende beken. Totale oppervlakte ongeveer 525 vierkante kilometer. Maar Nazca heeft meer om trots op te zijn - bij ene Enrique vonden we een combikaartje dat behalve een vlucht over de Lijnbaan recht gaf op een bezoek aan het Cementerio de Chauchilla en ook aan het Planetarium Maria Reiche. We begonnen met het laatste. Maria Reiche (1903-1998) was een Duitse wiskundige die haar leven en werk maakte van het verklaren van de Nazca-lijnen. Haar theorie was dat de lijnen de sterrenstand aangeven die samenvalt met het seizoen waarin men ondergronds water kan vinden. Ze heeft volgens sterrenkundigen onvoldoende overeenkomsten tussen de sterrenhemel en het aards gebeuren aangevoerd - astrologen zouden het wel pikken waarschijnlijk - maar geldt niettemin als belangrijkste autoriteit (andere verklaringen gaan ervan uit dat de lijnen routes inhouden naar ondergrondse waterreservoirs). Naar haar is dan ook het kleinste planetarium genoemd dat wij ooit hadden gezien.
Juist was de voorstelling begonnen of de vertelstem, die ook de deur voor ons had geopend, ging zo op in zijn verhaal dat hij niet het woeste geklop op de deur hoorde van twee Canadezen (1 man, 1 vrouw) die te laat waren en niettemin naar binnen wilden. We hadden ze eerder al gesproken en ze kwamen ook toen al wat paniekerig over. Een Zwitser opende de deur. De show duurde een minuut of 35 en de Canadezen bestonden het hierna om hun geld terug te vragen - THE SHOW WAS TOO SHORT!. Met een Deens koppel dat ook deel was geweest van het zevenkoppige publiek, bespraken we het belachelijke van zoveel kritisch consumentengedrag en besloten samen te gaan eten. We bleken de volgende dag ook samen de vlieg- en begraafplaatsronde te gaan doen. De Denen hadden gekozen voor eerst begraafplaats zien dan vliegen, wij het omgekeerde.
Eenmaal donderdagmorgen bleken we de zespersoons-Cessna te delen met de piloot, een Italiaanse en de twee Canadezen (hierna: Koos en Mien, dat leest makkelijker) die zo teleurgesteld waren in de sterrenkunde. De Cessna had nog in het planetarium gepast. Voorin allemaal metertjes die we nooit zouden begrijpen, achterin leren stoelen zonder hoofdsteunen. Stoer. Daar gingen we. We begonnen met de walvis, die wij beiden misten omdat we moesten wennen aan het luchtzwiepen van het vliegtuig. Hierna ging het beter maar de lijnen waren wel wat aan de dunne, dus fotograferen was nogal lastig. Ach nou ja, die eeuwige vastlegdrang...een blik achterom leerde dat Koos gedwongen was meer oog te hebben voor een kotszakje voor hem dan voor de lijnen, laat staan de fotografie. Mien zat hem terzijde en maakte foto's. De piloot was een kenner en had een serieuze plichtsopvatting. Door de koptelefoon schreeuwde hij druk welke figuren nu waar te zien waren, onderwijl druk en vakkundig sturend. Het was moeilijk dit woeste verteltempo bij te houden. Na een kwartier kreeg ook Erika het moeilijk. Niemand was heel rouwig toen de vlucht na een half uur voorbij was. De piloot bedankte vriendelijk voor de bereidwilligheid van zijn diensten gebruik te maken maar Koos kon niet meer aan een bedankje denken. Hij vluchtte fluks een taxi in, met medeneming van Mien, naar het hotelbed. Van hen werd de rest van de dag niets meer vernomen.
We werden een bus in gedirigeerd en konden hierin bijkomen van het tollende begin van de dag. Het begin van de begraafplaatstour was het bezichtigen van het maken van potjes met klei. Een kleikundige zette ervaren een potje in elkaar en hoewel alle potjes die hij had gemaakt geen enkele gebruikswaarde hadden, zag het er leuk uit. Mooi keramiek is niet lelijk. Hierna bezochten we een goudmijn, letterlijk, waar de gemiddelde werknemer zeven gram goud per dag verdient. Een man in een Iron Maiden-t-shirt legde uit hoe het werkte - ook in vloeiend Nederlands.
Nu zou het er met de skeletten toch van komen.
We reden een halfuurtje door de woestijnstof en kwamen toen aan bij zeven grafzerken, die open waren voor het publiek. De Inca's plachten hun doden in zittende houding te begraven met het oog op de wedergeboorte waar ze in geloofden. Grafrovers hebben veel graven opengelegd. Tegenwoordig is de boel meer onder controle en kun je de open graven bekijken. Het leverde voor iedere Metallica-fan zeer herkenbare beelden op, maar dan echt en redelijk luguber. Onze gids verstond zijn vak goed en legde met respect uit. Een grondige kerel, zo grondig dat hij de lijnenvlucht van de Denen Jen en Ye vergat. Eenmaal terug in Nazca konden de laatsten dus niet aan de spaghetti al pesto, waarvoor we ze nogal lekker hadden gemaakt. Om vier uur zouden ze vliegen. Jen deed een heldendaad door nog een hele bak pasta achterover te gooien voor de vlucht. Eenmaal terug hadden ze het prachtig gevonden en hadden we een mooie laatste avond in Nazca.
Vrijdag bracht een bus van de firma Flores ons onder het genot van jaren tachtig-hits naar Ica, een kilometer of 120 noordwestwaarts aan de Panamericana. Hier namen we de taxi naar het vier kilometer verderop gelegen Huacachina, een oase tussen zandduinen. Een schitterende plek om de laatste dagen van de reis door te brengen, op een eng dichtbije 311 kilometer van Lima. Na het gedwongen afzonderlijk reizen hadden we minder tijd in Bolivia doorgebracht dan we hadden gewild. We hadden nu dus tijd over, maar die kon in dit Goa II heel goed worden opgemaakt. We namen onze intrek in hostal Casa de Arenas. Het had Casa Australis mogen heten want de feestsfeer deed denken aan Sydneyse hostels. We barbecueden 's avonds mee.
Zaterdagachtend bleek maar weer eens hoe populair hier de jaren tachtig zijn: wakker worden met The A-Team op tv! And the planning came together: op straat kwamen we "I don't fly, fool" Koos en Mien weer tegen. De busreis was vreselijk geweest en met enorme vertraging, Casa de Arenas een afschuwelijke plek. Geen oog dichtgedaan. Inderdaad zag Koos eruit of hij net uit bed kwam, maar dat was eerder ook al zo geweest. Wellicht zijn pyjama-achtige kledij? We gingen ontbijten in een restaurant dat volgens Koos en Mien niet veel soeps was en zagen de lijders langskomen met rugzakken op, naar een ander hostal. Groot was onze plaatsvervangende treurnis toen die avond naast ditzelfde hostal een jaren tachtig-disco loeide.
We deden weinig behalve even op en neer gaan naar Ica met de taxi. Bij terugkomst kwamen we Koos en Mien tegen, die zich beklaagden over de openingstijden van de banken hier. Zondag haalden we de was weer op in het nu geheel dichte Ica en liepen, terug in Huacachina, de zandduinen op. Het was moeizaam ploeteren omhoog, en even uitrusten door te hangen aan een plant zat er niet in. Maar het uitzicht was geweldig.
Maandagmorgen alleen wat in hangmatten gelegen met boek en plaat, daarna sandboarden. De meters waren niet vlekkeloos. Erika had een aanrijding met een solitair aanzeilend sandboard maar kon toch aan het boarden beginnen. Er bleek veel wax nodig, na een paar keer boarden was het board stroef. We probeerden ons te herinneren hoe onze vriend de snowboardkeizer Prins Ype dit toch allemaal deed op het snowboard, en jawel deze trucks bleken te werken.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?